Regelneverij

24 mrt 21 Vlaanderen moet komaf maken met 'regelneverij'

Verschillende beleidsrapporten gaven reeds aan dat de hoge administratieve lasten en regeldruk in België een van de grootste hinderpalen is voor onze economie. Het Vlaamse relanceplan bevat naast een investeringsluik dan ook een hervormingsluik, waarin ze deze ‘regelneverij’ wil aanpakken. Op vraag van Open Vld-parlementslid Tom Ongena gaf Vlaams minister-president Jan Jambon hier gisteren meer toelichting over. Aan de hand van onder meer schrapsessies en ‘citizen journeys’ wil de regering verouderde en te strenge regels wegwerken, maar ze gaat ook werken aan de procedures om een betere regelgeving te verkrijgen in de toekomst. De minister-president verwacht tegen de zomer een eerste vereenvoudigingsplan op tafel te kunnen leggen. “We zijn blij dat de vermindering van de regeldruk in Vlaanderen zo breed wordt aangepakt”, zegt Ongena. “Het beperken van administratieve lasten is de goedkoopste relancemaatregel die we kunnen nemen en leidt tot kostenbesparingen bij burgers, bedrijven én de overheid.”


De hoge administratieve lasten en regeldruk in België werd al meerdere malen aangekaart in beleidsrapporten van onder andere de Nationale Bank, de OESO en de Europese Commissie. Deze regelneverij wordt naar voor geschoven als een van de grootste hinderpalen voor onze economie en tast onze competitiviteit aan. Met het Vlaamse relanceplan ‘Vlaamse Veerkracht’ wil de regering daarom niet alleen focussen op investeringen om sterker uit de coronacrisis te komen, maar ook op hervormingen. “Het hervormingsluik van het Vlaamse relanceplan is minstens even belangrijk als het investeringsluik”, stelt Vlaams Parlementslid Tom Ongena. “We zijn dan ook blij dat minister-president Jambon het project voor de vermindering van de regeldruk zeer breed aanpakt en een duidelijke timing naar voor schuift.”


Schrapsessies

Er werd aan alle beleidsdomeinen gevraagd om na te gaan welke regelgeving verouderd, te streng of niet langer zinvol is, zodat concrete vereenvoudigingvoorstellen kunnen worden gedaan om de regeldruk te verlichten. Tegelijkertijd worden er ook ‘citizen journeys’ georganiseerd. Hierbij worden een aantal concrete levensgebeurtenissen doorlopen zoals geboorte, de aankoop van een woning en het opstarten van een onderneming om zo na te gaan met welke overbodige regels burgers geconfronteerd worden. Bij beide initiatieven zal een externe consultant betrokken worden. Die persoon zal ook de verdere projectaanpak uittekenen. Tegen de zomer wil de regering de eerste resultaten van deze oefening en een vereenvoudigingsagenda op tafel leggen en tegen eind 2022 verwachten ze een monitoringsrapport van de opgezette regelgevingstrajecten.


‘One in, one out’

De Vlaamse Regering moet niet alleen kijken naar het schrappen van overbodige regels maar moet er ook voor zorgen dat de procedures voor nieuwe regels geoptimaliseerd worden zodat we kunnen evolueren naar een overzichtelijke en betere regelgeving in de toekomst. Minister-president Jambon gaf aan dat men bij nieuwe regelgeving het ‘one in, one out’-principe wil toepassen, waarbij de invoering van een administratieve last gepaard moet gaan met het schrappen van een andere, bestaande last. “Open Vld is blij dat men dit principe wil hanteren, maar het mag voor ons zelfs een stapje verder gaan waarbij men op termijn evolueert naar een ‘one in, two out’-principe. Alleen zo kunnen we het kluwen van regels en administratieve lasten ontwarren”, aldus Ongena.


Probleem van alle overheidsniveaus

De hoge regeldruk is geen uitsluitend Vlaams probleem en er is dan ook samenwerking nodig tussen alle overheidsniveaus om deze oefening tot een goed einde te brengen. Op vraag van Ongena gaf de minister-president aan dat hij het gesprek met het federale niveau zal aangaan om gezamenlijk tot vereenvoudigingen te komen. “We zullen dit traject van dichtbij blijven opvolgen”, zegt Ongena. “De vereenvoudiging van administratieve lasten is immers een van de goedkoopste maatregelen die we kunnen nemen in ons relanceplan. Het zorgt er niet alleen voor dat onze concurrentiekracht verbetert maar het levert ook een kostenbesparing op voor onze burgers, bedrijven én overheid”, besluit Ongena.